Lees hier het artikel in krant december 2020 over de Talking Stick Instituut met Leonie Kappert en Frank Rekers.

Stop met de hakken in het zand te zetten en in het rond te tetteren. Het is hoog tijd om de dialoog opnieuw uit te vinden! Hengeloër Frank Rekers neemt het voortouw en maakt gebruik van de Talking Stick. „Wat er dan gebeurt is magisch.”

Rekers ziet een samenleving in verandering, een verharding in de omgang en mensen die eerder stelling nemen tegenover dan luisteren náár elkaar. „Dat mengsel is gevaarlijker dan corona zelf”, zegt hij. „Het splijt de maatschappij.”

Niet te laat

Maar het is nog niet te laat. Nú is het moment om de dialoog opnieuw uit te vinden. Rekers gaat in opdracht van het Memory Vrijheidsmuseum en met steun van de provincie Overijssel ‘ambassadeurs van de dialoog’ opleiden. Ze trekken volgend jaar als een soort discipelen van respect voor de ander de provincie in om mensen te laten ervaren hoe prettig het is om naar elkaar te luisteren. En dus om gehoord te worden. Op uitnodiging zullen ze mensen via de dialoog met elkaar verbinden.

Buddy’s
De oud-marinier Rekers is altijd op zoek naar versterking van banden tussen mensen. Hij is betrokken bij extreem lange en zware roeitochten voor het goede doel, waar de gezamenlijke inspanning deelnemers voorgoed tot buddy’s maakt.

Samen met zijn vrouw Leonie Kappert richtte hij in 2013 het Talking Stick Instituut op van waaruit zij trainingen geven, waardoor mensen die met de ruggen naar elkaar stonden weer communiceren. Ze gebruiken daarbij een kleurrijke stok, die werkt als toverstaf. Rekers zag deze voor het eerst in Zuid-Afrika, op een van zijn vele reizen over de wereld. Hij leerde het gebruik ervan en ontdekte dat allerlei stammen op andere continenten vergelijkbare middelen gebruiken om een groepsgesprek in goede banen te leiden.

Dan komen de tranen
In hun praktijk ontdekten ze, dat dit sierlijke voorwerp garant staat voor een goede dialoog. Het begint zo: de eerste die de Talking Stick in handen heeft, vertelt zijn verhaal. Daarna geeft hij hem aan een ander die moet vertellen wat de eerste heeft gezegd. Het voert te ver om precies te beschrijven hoe het verder gaat, maar wat er gebeurt verrast Rekers en Kappert elke keer opnieuw. Vrijwel altijd geeft de eerste de stok door aan iemand van wie hij denkt dat die een tegenstander is en dikwijls is haast automatisch de eerste reactie: „Daar ben ik het helemaal niet mee eens.”

Maar dan slaat de houding om in echt luisteren en ontstaat begrip. Altijd wellen emoties op, altijd zijn er mensen die tot de conclusie komen dat ze de ander niet kenden. „Waarom heb je dat niet eerder gezegd”, wordt steevast verzucht. De Talking Stick is zo simpel. „Maar het is iedere keer magisch”, zegt Kappert. Rekers plaatst de dialoog tegenover begrippen als discussie en debat. Die laatste twee zijn favoriet in de op snel resultaat gerichte westerse maatschappij. Rekers ziet het in de politiek, maar ook in de talkshows waar gasten met tegengestelde opvattingen vooral voor spanning aan tafel moeten zorgen.

Ook defensiemi­nis­ter Ank Bijleveld zou een talking­stick moeten hebben, eigenlijk elke politicus wel.

Oorlog
Hij vindt het zorgelijk, omdat het mensen uit elkaar drijft. „Zo krijg je oorlog”, zegt hij. Daartegenover staat de dialoog, die ervan uitgaat dat iedereen gelijk heeft vanuit zijn eigen perspectief en dat de ander probeert te begrijpen waarom iemand iets denkt. Rekers: „Het leidt ertoe dat mensen zich erkend voelen. En mensen willen erkenning en waardering. Dat leidt vervolgens tot verbinding. En als je van daaruit opvattingen uitpluist, ontdek je vaak gemeenschappelijke uitgangspunten”. Zo voorkomt de dialoog frustratie aan beide kanten en legt ze een basis voor verstandhouding. „De ander hoeft het niet meteen helemaal met je eens te zijn, maar in plaats van een conflict is er harmonie”. En dan is er een kans dat iemand die van mening verschilt toch voldoende met je mee gaat.

Rekers en Kappert dromen ervan dat in de toekomst in elke woonkamer een kleine Talking Stick in de vorm van een rijk versierde pen, ligt. „Elke minister zou er een moeten hebben, elke onderwijzer zou het principe moeten kennen”, zeggen ze. De wereld wordt er beschaafder van. Op dit moment kunnen belangstellenden voor de training tot dialoogcoach zich opgeven. Dat kan door een mail te sturen naar bedrijfsvoering@memorymuseum.nl. Rekers legt de laatste hand aan de opleiding die in februari moet beginnen.

Achtergrond Talking Stick: Isagilia
Isagilia is de eigenlijke naam van de met kralenwerk bedekte stok die Zulu’s droegen tijdens ceremonies. De stok geeft de drager status en het kralenwerk bevat boodschappen van de familie. Elke familie heeft zijn eigen patroon en maakt gebruik van kleuren die betekenis hebben. Zo staat wit voor liefde, blauw voor trouw en genegenheid en roze voor armoede. De kralen worden aaneengeregen door Zulu-meisjes en dienen als toonbeeld van genegenheid en zorg voor hun geliefden. Ze zijn daarmee ook op te vatten als liefdesbrieven. Coaches gebruiken ze nu bij brainstormsessies, effectief vergaderen, conflictoplossing, organisatieveranderingen en bij visiebepaling.

De praatstok is er in verschillende lengtes. Ze is helemaal bedekt met kraaltjes in verschillende kleuren die allemaal een betekenis hebben. Bovenop zit een knop, ook omsponnen door een kralenweb.